zondag 9 maart 2014

Voorstelling in de Spil

Naar De Spil!  De dame in de kast.   van  Laika.

Bloom:  Ik schrok  van de confetti.  En ze hebben heel veel geoefend, dat heb ik gezien.  De bloemengingen zomaar omhoog.  Dat was raar.
Klajdi:  We stonden in de rij.  Samen gingen we naar De Spil.  Het licht ging uit en het begon.
Argishti:  Ik vond het heel leuk dat we naar De Spil mochten.  Ik vond het grappig dat de mevrouw een beetje verdrietig was.  Het was een mooi verhaaltje.  De jongen met de staf tegen het hoofd was leuk.
Yousef:  Toen we in De Spil waren stonden er een heleboel kinderen van een andere school.  We mochten ook in de zaal.
Joren:  In De Spil gingen drie mensen toneel tonen.  Ze waren soms blij, boos, verdrietig en bang.  Op het einde was er opeens boem. Confetti!
Colin: Ik vond het niet leuk want het was de hele tijd hetzelfde.  En Debian vond dat ook.   Ik was blij dat we weer konden vertrekken.  Op school vroeg juf: Wat vond je ervan?  Er was wel een mooi tapijt.
Stien:  Ik vond het echt superleuk.  Er zat een meisje in de kast.  Er waren 3 acteurs.  Op het laatste kwam er confetti, het was echt een superdag.  En mijn neef was er.
Enisa:  We gingen naar De Spil om een toneel te bekijken.  Het was een stripverhaal.  Het was leuk.  Behalve toen we weg moesten.
Bauke:  We zijn naar De Spil geweest.  Er warenal veel kinderen.  We zaten boven en er waren acteurs.  Het was een dame in de kast.
Sam:  Ik was zenuwachtig toen ik aan het stappen was.  Ik was ongeduldig in de zaal.  Ik vond het jammer.
Manon: Ik vond het heel mooi.  Hij liet ons schrikken.  Ik vind de voorlaatse rij leuk.  De acteurs articuleerden goed.
Justin:  Ik zag allemaal posters om te weten wat je kan bekijken.  Als we binnen kwamen en iedereen zat neer, konden we beginnen.  Ze spoten confetti.
Jolina:  Ik vond het leuk in De Spil.  Wemochten 1 keer met de stoelen omhoog en naar beneden doen. Ze waren grappig.  Op het einde mochten we een keer kijken achter de kast.  Er kwamen bloemen uit de lucht en ook een vlliegenmepper.
Xander:  We hebben onze jassen aan de kapstok gehangen.  En keken toneel.  Er waren 2 kasten, ze hebben heel veel gesmeten.
Quinten:  We gingen naar De Spil.  Het toneel was goed.  Een dame in de kast.
Suzanne:  Een heel mooie voorstelling.  Het was zelfs een beetje grappig.  Het leukste was dat mijn mama en papa daar waren.  Het einde was confetti.
Debian:  De Spil is mooi.  Het toneel was niet zo mooi. Saai daar zo zitten.  Ik  wilde een snoepje krijgen.  Ik zag een kast en een vliegenmepper.
Mattèo: Ik vond het leuk al die vliegen en bloemen.  Het was mooi gespeeld.  De kasten waren mooi rood.  De stok was zo luid.  En de trompet. Een mevrouw was superkwaad omdat ze kinderen haat.  De muziek was leuk.  En op het einde confetti.
Maryam:  Ik ben binnen geweest in  De Spil. We mochten naar boven en hebben grappige dingen gezien.  Er was vuurwerk.
Louise:  Er waren 3 acteurs in De Spil.  Het was een dame in de kast.  1 dame en 2 heren.


De juf woord op bezoek

JUF SHIRLEY

Yousef: Gisteren kwam mevrouw Shirley.  Ze werkt in de stedelijke academie voor podiumkunsten.  Het was heel leuk. 
Het was de beste dag ooit.
Justin:  Juf Shirley is gisteren gekomen.  We speelden toneel.  We warmden ons op.  We speelden wiebelbus. Ik heb gespeeld met Colin en Xander.  Dat was heel leuk.  Ze kwam uit de muziekschool.  We kregen kaartjes om toneel te spelen.
Joren: Ik heb met de klas bij juf Shirley podiumkunsten geleerd. Toneelspelen en opwarmen. We zijn met de bus geweest en die reed naar rechts en naar links en naar voren.  Heel de tijd sneller. 
Stien:  Ik zag iemand in de gang staan en ik vroeg me af wie dat was.  Ze kwam in mijn klas en toen zei ze: Ik ben Shirley.
Heel de klas wilde weten wat podiumkunsten zijn.  Shirley zei dat is toneel leren spelen.  Wij gaan dat doen.  Eerst  moeten we onze stem opwarmen. En de tong.
Klajdi:  Beste Shirley, het was superleuk die toneeltjes van jou.  Ik wil ook zo goed zijn als jij.  Ik wil supergraag komen omdat je al die toneeltjes doet.  En de bus!  De boze toneeltjes, de grappige toneeltjes.
Louise:  We hebben een lied geleerd van de wiebelbus.  We speelden toneel en dat was leuk.  We hebben ons opgewarmd.  Het was een superdag met juf Shirley van de podiumkunsten.
Suzanne: Juf Shirley is bij ons gekomen en het was superleuk.  We hebben toneel gespeeld en we hebben in haar bus gezeten.  Die ging steeds sneller.  We hebben ons opgewarmd. Het was heel leuk.  Ik ga zeker naar de dictie. Echt super!
Manon:  We moesten goed articuleren.  We deden  podiumkunsten.  We  speelden toneel.  Dat is eigenlijk dictie.  In september kan je je  inschrijven bij Shirley.  Ze stond in de gang bij de radiator en dat vonden we allemaal raar.
Xander:  We hebben toneel gespeeld.  We hebben getraind.  Ikzelf doe dat niet graag. Ik heb toneel gespeeld met Justin en Joren.  Juf Shirley heeft een verhaal verteld over de bus met de dames en heren.
Jolina:  We hebben moeten doen als een giraf en we speelden toneel. Shirley was geweldig. We hebben ook onze stem moeten opwarmen.  En als afscheid deden we iets raars. Ons hoofd ronddraaien en onze mond, we hadden veel plezier.
Quinten: Shirley kwam op bezoek.  We mochten toneel spelen.  Dat was heel leuk.  We zaten op de bus.  Geen echte!
Het was een wiebelbus en die ging naar links en naar rechts.  En we warmden ons op. Toen was het afgelopen.  Ik heb dat dan thuis getoond en zusje deed mee.  Het was een heel leuke dag en dan naar bed.
Bauke:  We hebben met Shirley op de wiebelbus gezeten.  We speelden toneel over twee  mensen die elkaar tegenkwamen in het park.  Ze zaten vroeger samen in het tweede leerjaar. We warmden onze tong en onze lippen en onze kaken op bij Shirley.
Colin:  We waren aan het oefenen en we zaten op de bus van Shirley.  We articuleerden goed en speelden toneel. Het was grappig. De bus was een oude rammelbak.  (een klein podiumkunstje) We hebben plezier gemaakt.
Argishti:  Shirley en de andere kinderen waren er.  We deden podiumkunsten.  Het was leuk.  We hebben de busdans gedaan. We hebben ons opgewarmd en toneel gespeeld.  Het was leuk.  Niet leuk dat ze weg ging. We weten nu hoe je podiumkunsten doet.
Bloom:  We hebben toneel gespeeld en met haar bus gereden.  We hebben leren spreken voor op een podium.  We hebben haar de moeilijkste rekenoefeningen getoond. Ze zei ook nog: ik mag je poep niet zien, maar ik vond het leuk.
Enisa:  Juf Shirley kwam bij ons in de klas.  We moesten toneel tonen  aan de klas.  Super! Ze vertelde een verhaaltje.  Jammer, dan moest ze weg.
Mattèo:  Shirley was leuk want we hebben toneel gespeeld en opgewarmd.  We mochten voorbereiden en dan tonen.  We reden met de bus. Heel leuk en cool.  Ze had kaartjes bij met zinnen.  Dat speelden we. Ik mocht met Debian.
Debian:  Shirley, ik kende haar niet.  Wij deden bewegingen.  En dan mochten we toneel doen.  Na de bus ging Shirley weg.
Maryam: Ik heb mijn mama verteld dat ze podiumkunsten kwam doen in de klas.  We hebben toneel leren spelen.
Sam:  Ik vond de tips van  Shirley leuk.  Ik mocht uitproberen.  Ik vind haar tof.  Ik wil er nog meer over weten.  Ik vond het zo interessant.  Nog een jaartje en ik kom.  Als ik mag van mama.


De leerlingen van het VISO kwamen ons een verhaal vertellen

Beide partijen voelden zich in het begin wat onwennig. Al vlug wenden we aan elkaar. Het werd een leuke activiteit! klik hier voor de foto's