Hoe voel je jou?
woensdag 3 september 2014
donderdag 29 mei 2014
maandag 21 april 2014
Het
eerste en het tweede leerjaar vierden mee met Naoul!
Stien: Het
doopsel van Naoul. Ik heb nu eindelijk
gezien hoe ik gedoopt ben. Eerst met een
schelp met water. Ja, en… ze had iets
mee voor ons. Het was een cup cake en
een drankje.
Maryam: In de
kerk was het heel mooi. Naoul is
gedoopt. En op het laatste gaf ze een
cup cake en een drankje.
Manon: Hij zei
tegen Naoul, in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, met
water. Ik vond het heel leuk. En we kregen in de kerk fruitsap en een cup
cake.
Argishti: In de kerk werd Naoul gedoopt. Er stond een gouden hoge kom. Toen ik gedoopt werd, kreeg ik een
ketting. En ik weet nog dat ik daarmee speelde
toen ik klein was. Die ketting hing aan
mijn nek.
Suzanne: Ik
zat op de voorste rij. Het was
leuk. We moesten handjes geven aan de
priester. Dan heeft hij een kruisje op
Naouls hoofd gegeven. Dan hebben we cake
gegeten en een sapje gedronken.
Mattèo: Naoul
werd gedoopt in de kerk. Ze kreeg water
over haar hoofd. Ze had een schelp. Supermooi.
We kregen een cakeje en een appelsap.
Klajdi: In de
kerk vond ik het doopsel van Naoul heel interessant. Met dat water op haar hoofd. Dank u wel voor de cake en het sapje. Groetjes.
Quinten: Wij
gingen naar het doopsel van Naoul. We
mochten een lied zingen over Jezus. En
een gedicht over Jezus. En een moeilijk
gedicht van Maria. Het doopsel was 3
keer water over haar hoofd. Hij zei: in
de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest en dan weer naar school.
Xander: Ik kon
niet goed zien. Het was in de kerk. Naoul moest nog gedoopt zijn, anders kon ze
haar communie niet doen. Ze kreeg een
cadeautje.
Joren: De mis
was voor Naoul en ze was blij. Het
tweede en het eerste mochten erbij zijn.
Jolina: Het
doopsel was raar. Het duurde lang. We kregen fruitsap en een cakeje.
Enisa: We zijn
naar de kerk geweest om Naoul te dopen.
We mochten naar een verhaal luisteren.
Dan schreef Naoul haar naam in het grote boek. Ha ar
mama en papa moesten een kruisje tekenen op haar voorhoofd. Dan mochten we een lekker hapje nemen.
Debian: Wij wandelden en wandelden en toen waren we
er. Dat groot kindje werd gedoopt. Wij kregen een sapje. En kijken.
En dan gingen de 2 klassen weer naar school.
Bauke: We zijn
naar het doopsel geweest van Naoul. We
gingen naar de kerk. De mama en de papa
van Naoul waren er ook. Er was familie
en wij kregen een brikje.
Justin: We
zijn donderdagmiddag naar de kerk geweest voor het doopsel van Naoul. Hij heeft
een verhaal over Jezus verteld en vroeg of ze vriend wilde worden van
Jezus. We hebben gezongen van
supersupersuperblij.
Colin: Wandelen naar de kerk. Voetstap per voetstap. En we zijn er. En we waren aan het wachten. En we kwamen binnen en er gebeurde dat hij woorden zei. Ze werd gedoopt zonder dat we het mochten zien. Hartelijk dank voor wie dit leest.
Sam: Het werkt
spannend. Het was leuk en er waren
kriebels in de buik. En nog en nog. En toen begon het.
Louise: De
doop van Naoul was nietzo leuk omdat we de hele tijd moesten stilzitten. Ze deden
3 keer water over haar hoofd.
Bloom: We
weten nu hoe wij gedoopt werden. Op het
laatste zei meneer Etienne we gaan samen je kruisje daar hangen. Maar ze had nog haar cakeje vast. En hij zei geef je cakeje maar hier en hij at
het op. Dat was lachen, heel hard
lachen.
Juf Liesemarie
Louise: Er kwam een mevrouw inde klas. Ze had een cello bij. We hebben een liedje geleerd.
Maryam: Liesemarie is gekomen. Ze heeft een cello en heeft heel mooi
gespeeld. Ze heeft getoverd.
Debian: Ze zegt we gaan naar Spanje. Maar we gingen niet naar Spanje. Want ik zag niets. Ze had een cello bij.
Suzanne: We moesten 3 proeven doen en dan vertelde ze
het geheim van de tovenaars. Liesemarie
had ook een toverspreuk uitgevonden.
Quinten; De muziekjuf die op bezoek kwam was Liesemarie. Ze had een cello mee en we mochten een liedje leren. We kwamen in Spanje.
Xander;
Liesemarie had een cello. We gingen naar
Spanje met een toverspreuk. We hebben
opdrachten gedaan.
Jolina: We hebben een liedje geleerd en we zijn naar Spanje geweest. Het was echt fantastisch met Liesemarie.
Justin: Liesemarie kwam op donderdag 27
februari. Ze had een cello mee en heeft
ons een toverspreuk geleerd. We kregen
een toverstaf, geen echte want het is zo een die muziek maakt.
Manon:
Liesemarie was hier met haar instrument, een cello. Ze zat in een school, geen gewone school. Een toverschool. We hebben een spreuk geleerd en zij speelde
cello.
Sam: Liesemarie vond ik een toffe. Ik heb veel geleerd, het was interessant.
Sam: Liesemarie vond ik een toffe. Ik heb veel geleerd, het was interessant.
Bauke: Liesemarie kwam gisteren bij ons op bezoek
met een cello. We moesten 3 testjes
doen, dat was tof. Daarna gingen we
zingen en moesten we slaan met een buis.
Enisa: Gisteren kwam Liesemarie met haar cello. Ze
speelde heel mooi. Ze zei dat ze
tovenaar was. Ze leerde ons spreuken en kon ons ergens naartoe toveren. Het lukte!
Stien: De juf leerde ons toveren en muziek en
toverspreuken. Als de spreuk geoefend
was konden we naar Spanje. Het was een superdag.
Colin: Er kwam bezoek in de klas van juf Hilde. Ze zei dat ze kon toveren, maar dat was niet
waar. Haar cello was er wel echt.
Ze dacht dat we naar Spanje gingen, maar dat geloofde ik echt niet. En toen zag je dat ik gelijk had. We waren helemaal niet in Spanje. Het was eigenlijk een grote leugen. Ik doe dat niet graag.
Joren: Wij zitten niet in een toverschool. Daarom deden we drie testjes. We deden het goed en mochten naar Spanje.
Yousef: De tovenaar had een cello mee en oefende
spreuken. We zijn naar Spanje getoverd
en terug.
Argishti: De
juf kwam met een cello. Ik wou dat ik er
ook één had.
Klajdi: We leerden muziek, toveren, gebaren en
luisteren. We hebben met buizen op onze
handen geklopt. Wemaakten muziek. Ze speelde op de cello.
Bloom: Liesemarie vond ik wel leuk. En die cello klonk mooi! We deden drie testjes. Ik denk dat ze eigenlijk heks was want we
gingen naar Spanje.
Moniek
Vermeulen in ARhus.
Yousef: Vorige week dinsdag gingen wij naar
kenniscentrum ARhus. Wat was het daar
heel tof. Eerst gingen wij naar binnen
en de schrijfster was nog druk bezig.
Moniek was haar naam. Toen het
gedaan was gingen we naar huis.
Bloom: Ik vind
het grappig. Ze heet Moniek, de
bibliotheek is ARhus en haar vriendje is Tim.
En we kregen een kaartje van Moniek.
En jammer, op het einde toonde ze beroepen en de 2 juffen mochten niet
kijken naar iets, maar dat mag ik niet vertellen.
Argishti: Ik
vond het leuk in de nieuwe bib. Moniek
Vermeulen vertelde. Boeken die zei geschreven heeft. Ik vond het grappig dat die jongen in zijn
blootje was. En ik vond het niet leuk
voor de kinderen die volle maaltijd eten. Warm.
Louise: Ze
vertelde mooie verhaaltjes en haar naam was Moniek Vermeulen. Het was ver
stappen naar ARhus, dat is de nieuwe bib. Siebe wil niet graag weg vertelde ze.
Enisa: We zijn
naar de bieb geweest. Toen we
binnenkwamen was het warm. We mochten
naar boven gaan en lezen. In de andere
kamer was Moniek Vermeulen. Ze vertelde
verhalen.
Klajdi: In de bibliotheek mochten we in boekjes
kijken. Dan gingen we naar Moniek
Vermeulen. We zijn gaan kijken en
luisteren. En dan moesten we weg.
Colin: Het
begint! We starten met lezen, lezen,
lezen en lezen. We gingen de trap af en
nog een trap. Tenslotte nog een
trap. We zagen een vrouw en ik dacht dat
is Moniek. Ik had verwacht dat ze er
anders ging uitzien. Maar dat was ze niet.
Tenslotte een paar verhaaltjes en uitleg.
Jolina: Ze
heeft verhalen voorgelezen. Toen we
binnenkwamen was het vriendje al leuk. Moniek Vermeulen was geweldig. En toen we terug naar school moesten wilde ik
niet. Omdat het zo leuk was.
Stien: We gingen naar de bieb, naar Moniek Vermeulen.
Op de tweede verdieping lazen we boeken.
En dan was ze er en mochten we luisteren. Ze vertelde over haar boeken. Maar niet allemaal, we mogen ook lezen.
Bauke: We zijn
naar de bib geweest. Het was
superleuk. Eerst moesten we naar
verdieping 2 want ze was er nog niet. We
mochten boeken uithalen, erin kijken en netjes terug leggen.
Quinten: We
zijn naar de bib geweest en die noemt ARhus.We mochten kijken in boeken en
plots niet meer. Moniek Vermeulen was
daar en ze had Kief bij, haar knuffel.
En over Siebe en beroepen heeft ze verteld. Ze vroeg wie wil er later kok worden? Ik stak bijna alleen mijn hand op. Toen was het afgelopen en gingen we weer naar school.
Manon: We
gingen naar ARhus. Ik stapte naast
Yousef. We gingen naar Moniek Vermeulen.
Ze toonde boeken van haar. We gingen samen met het eerste leerjaar. We mochten ook boeken lezen.
Justin:
Donderdag gingen we met het eerste leerjaar naar de bib. We hebben geluisterd naar Moniek
Vermeulen. Het leukste vond ik dat ze
MAMAAAA! riep. Het grappigste vond ik dat hij op straat stond in zijn
onderbroek op zijn step. Dat meisje zat
te lachen met hem.
Sam: Eerst
mochten we een boek lezen en weer terug steken.
Toen kwam het grote moment. Ik
trilde op mijn benen. Maar dat was niet
nodig. ZE vertelde mooie verhalen die ze
zelf geschreven had.
Mattèo: Ik
vond het grappig dat ze riep MA! PA! Er zit iets in mijn kamer. En ze had een pop bij. En ze las voor uit haar boek Siebe die een papa
wil kopen. En we kregen een bladwijzer.
Debian: Ik en
de andere kinderen wandelden en wandelden en toen waren we er. Ik heb een boek gelezen over spinnen en toen
gingen we naar beneden. Daar was Moniek
Vermeulen. Ze vertelde verhaaltjes.
Joren: We
waren vroeg en mochten 10 min. Lezen in een boek. Toen was het tijd en ze vertelde over Muis en
Kip. Het mooiste boek was een kind dat in zijn onderbroek ging voetballen. Het andere boek was dat ze gingen verhuizen
en Kip ging niet mee. De schrijfster was
Moniek Vermeulen.
Xander: Ik
vond het heel saai. We hebben naar
verhaaltjes geluisterd. Het was Moniek
Vermeulen. Er zijn daar veel trappen.
Suzanne: Het
was super met die verhaaltjes. Het was
Moniek Vermeulen die verhaaltjes geschreven en verteld heeft. Het was een superdag!
Achter de
schermen van De Spil.
Xander: Ik wil er niet werken maar het was wel leuk.
Zoveel om te kijken in De Spil.
Quinten: We
gingen samen naar De Spil en dat was leuk.
We mochten van de papa van Bauke naar de grote zaal gaan kijken. Daar kunnen 800 mensen in. Er is ook een kleine zaal. En aan de balie helpen ze de mensen.
Bloom: Ik vond het heel leuk. Op het laatste kregen we een stylo. Echt waar, en een sticker.
Louise: We
gingen naar De Spil. Het was leuk. We mochten de film niet zien, dat was
jammer. Maar we zagen wel al de rest.
Superleuk.
Klajdi: In De
Spil vond ik het heel leuk. Al die
zalen. Supermooi. Superveel stoelen. Lieve mensen die in De Spil werken. Groetjes!
Sam: De Spil
is leuk. En cool. Wat een boel. Leuk leuk leuk. Echt waar.
Mattèo: Het
was leuk. We kregen uitleg van Griet, de
mama van Suzanne. Het was leuk. We kregen een balpen. We mochten naar het podium. Super!
Suzanne: Mijn
mama ging alles uitleggen over haar werk.
We krgen een sticker van Pluk van de Petteflet. Het was superleuk. Op het einde kregen we een stylo.
Argishti: Ik vond het leuk in De Spil. Baukes papa was daar ook. Er waren leuke dingen.We mochten op het
podium gaan staan. Baukes papa toonde
dat er papieren voor de lichten zijn.
Justin: We zijn donderdagmorgen naar De Spil geweest.
We hebben de kleedkamers gezien.
Leuk!
Bauke: We zijn
naar De Spil geweest. Superleuk. Eerst was het de mama van Suzanne, dan mijjn
papa. En dan zijn we naar de grote zaal
geweest en naar beneden in de zaal. We
zagen ook de keuken.
Debian: Ik
vond De Spil leuk. Een meneer die ons
een rondleiding geeft. En eerst naar de
grote zaal. Ik zag een standbeeld. Het
was echt leuk.
Manon: In De
Spil heb ik heel wat leren kennen. In de
grote zaal waren er 800 stoelen.
Maryam: In De
Spil is het heel mooi. Als laatste heeft
hij een balpen gegeven. En ook een
sticker van Pluk van de Petteflet.
Enisa: We zijn
naar De Spil geweest voor uitleg. De
mama van Suzanne en de papa van Bauke waren er.
In de grote zaal waren 800 zetels.
We kregen een rondleiding en een balpen waar ik nu mee schrijf. Juf schreef er ons nummer op. Het was superleuk.
Stien: Ze
hebben ons alles laten zien. Op het
laatst kregen we een balpen. Tot de volgende keer!
Colin: Ik was
een beetje benieuwd. Maar het was anders
dan verwacht. Tof, niet tof, supertof en
oersaai. Ik ga voor tof. En het is klaar. Nu is het echt klaar.
Jolina: In De
Spil is het heel leuk. We zijn naar de
grote zaal geweest. We hebben de zaal
vanboven gezien. Van binnen is het groot
en van buiten is het klein.
Joren: In het begin gingen we naar de grootste
zaal. En dan gingen we naar andere
dingen. Op het laatst kregen we een
stylo. We hebben ook naar de papieren
gekeken. En we zagen de kleine zaal.
Juf Hanne danst!
Juf Hanne danst!
Xander: Het was redelijk leuk met Hanne. We hebben gedanst. Dat was wel wat minder. We moesten ook tonen aan de meisjes. En ik deed op het laatste wel heel erg wild.
Argishti: We mochten een zombiedans doen. Toen we op het laatste zo lang mogelijk onze
voet omhoog moesten doen, deed dat pijn.
Maar Jolina kon dat heel goed. Ik
vond het leuk. En dan deden de jongens
apart de zombiedans.
Klajdi: Wat jammer dat ik net ziek was. Ik wou graag
meedoen maar mijn enkel deed pijn. Mijn
vrienden zeiden dat het een zombiedans was.
Stien: De juf van dansen, ze was geweldig. Ze leerde
ons een zombiedansje. We startten met
het nemen van een positie. Op het laatst moesten we eng dansen en dan was het
afgelopen.
Sam: Ik vond het heel leuk. Ik heb er veel uit geleerd. Het was leuk om
eng te doen. Ik vond het eng en Hanne
was tof. Ik vond Hanne leuk.
Bauke: Gisteren hebben we met Hanne gedanst. Het ging over zombies. Het was superleuk. Als er nog tijd over was gingen we
lenigheidsoefeningen doen.
Colin: Hallo, ik ben Hanne, zei Hanne. We deden een dansje, ik noem het een dansje
speciaal, snap je, een ander dansje dan
anders. Ik vond het een keer iets anders
dan zo’n saai dingetje pruts.
Manon: Juf Hanne is een dansjuffrouw. Ze heeft ons de zombiedans geleerd. Ik vond het wel leuk. Je mocht zelf een pose voor het begin en een
pose voor op het einde bedenken.
Jolina: We
hebben de zombiedans geleerd. We hebben
ook leuke oefeningen gedaan. We hebben
leuk opgewarmd, het was echt heel
leuk. Als ze wegging, wou ik nog bij
haar dansen.
Quinten: Er kwam een danseres die ons een zombiedans
leerde. Op het einde van die dans
mochten we vallen. Dan waren we dood. En helemaal op het einde moesten we slap
worden, en dan gedaan.
Enisa: Juf Hanne kwam bij ons op school. We moesten een dansje doen van een
zombie. En dan moesten we een paar
oefeningen doen. Sommige waren een beetje moeilijk. Maar het was jammer, ze
moest weg.
Louise: We hebben een dans geleerd. Het liedje heette mummie. Ik persoonlijk vond het superleuk.
Bloom: Ik heb gisteren gedanst. Het was heel leuk. Het was over mummies, het was heel cool. Op het einde was het pijnlijk, echt
waar. En dan was het gedaan. Dat was jammer, heel jammer.
Justin: Donderdag is dansjuf Hanne gekomen. We hebben
op een liedje gedanst, zombies. We hebben geprobeerd om onze benen uit te
rekken, want dan kunnen we spagaat. En
onze benen hoog uitsteken!
Mattèo: De zombiedans was leuk en mevrouw Hanne
leerde ons dansen. Het was echt een
zombiedans: eng en griezelig.
Joren: Het was leuk bij juf Hanne, maar in het begin
vond ik het leuker dan op het laatste. Het eerste was over mummies en het
tweede was strekoefeningen.
Suzanne: We hebben een zombiedans gedaan. De jongens moesten kijken naar de meisjes en
de meisjes naar de jongens. En dan
lenigheidsbewegingen. Heel leuk!
zondag 9 maart 2014
Voorstelling in de Spil
Naar De Spil! De dame in de
kast. van Laika.
Bloom: Ik
schrok van de confetti. En ze hebben heel veel geoefend, dat heb ik
gezien. De bloemengingen zomaar
omhoog. Dat was raar.
Klajdi: We stonden in de rij. Samen gingen we naar De Spil. Het licht ging uit en het begon.
Argishti: Ik vond het heel leuk dat we naar De Spil
mochten. Ik vond het grappig dat de
mevrouw een beetje verdrietig was. Het
was een mooi verhaaltje. De jongen met
de staf tegen het hoofd was leuk.
Yousef: Toen we in De Spil waren stonden er een
heleboel kinderen van een andere school.
We mochten ook in de zaal.
Joren: In De Spil gingen drie mensen toneel
tonen. Ze waren soms blij, boos,
verdrietig en bang. Op het einde was er
opeens boem. Confetti!
Colin:
Ik vond het niet leuk want het was de hele tijd hetzelfde. En Debian vond dat ook. Ik was blij dat we weer konden
vertrekken. Op school vroeg juf: Wat
vond je ervan? Er was wel een mooi
tapijt.
Stien: Ik vond het echt superleuk. Er zat een meisje in de kast. Er waren 3 acteurs. Op het laatste kwam er confetti, het was echt
een superdag. En mijn neef was er.
Enisa: We gingen naar De Spil om een toneel te
bekijken. Het was een stripverhaal. Het was leuk.
Behalve toen we weg moesten.
Bauke: We zijn naar De Spil geweest. Er warenal veel kinderen. We zaten boven en er waren acteurs. Het was een dame in de kast.
Sam: Ik was zenuwachtig toen
ik aan het stappen was. Ik was
ongeduldig in de zaal. Ik vond het
jammer.
Manon:
Ik vond het heel mooi. Hij liet ons
schrikken. Ik vind de voorlaatse rij
leuk. De acteurs articuleerden goed.
Justin: Ik zag allemaal posters om te weten wat je
kan bekijken. Als we binnen kwamen en
iedereen zat neer, konden we beginnen.
Ze spoten confetti.
Jolina: Ik vond het leuk in De Spil. Wemochten 1 keer met de stoelen omhoog en
naar beneden doen. Ze waren grappig. Op
het einde mochten we een keer kijken achter de kast. Er kwamen bloemen uit de lucht en ook een
vlliegenmepper.
Xander: We hebben onze jassen aan de kapstok gehangen. En keken toneel. Er waren 2 kasten, ze hebben heel veel
gesmeten.
Quinten: We gingen naar De Spil. Het toneel was goed. Een dame in de kast.
Suzanne: Een heel mooie voorstelling. Het was zelfs een beetje grappig. Het leukste was dat mijn mama en papa daar
waren. Het einde was confetti.
Debian: De Spil is mooi. Het toneel was niet zo mooi. Saai daar zo
zitten. Ik wilde een snoepje krijgen. Ik zag een kast en een vliegenmepper.
Mattèo:
Ik vond het leuk al die vliegen en bloemen.
Het was mooi gespeeld. De kasten
waren mooi rood. De stok was zo
luid. En de trompet. Een mevrouw was
superkwaad omdat ze kinderen haat. De
muziek was leuk. En op het einde
confetti.
Maryam: Ik ben binnen geweest in De Spil. We mochten naar boven en hebben
grappige dingen gezien. Er was vuurwerk.
Louise: Er waren 3 acteurs in De Spil. Het was een dame in de kast. 1 dame en 2 heren.
De juf woord op bezoek
JUF SHIRLEY
Yousef: Gisteren kwam mevrouw Shirley. Ze werkt in de stedelijke academie voor
podiumkunsten. Het was heel leuk.
Het
was de beste dag ooit.
Justin: Juf Shirley is
gisteren gekomen. We speelden
toneel. We warmden ons op. We speelden wiebelbus. Ik heb gespeeld met
Colin en Xander. Dat was heel leuk. Ze kwam uit de muziekschool. We kregen kaartjes om toneel te spelen.
Joren: Ik heb met de klas bij juf Shirley podiumkunsten
geleerd. Toneelspelen en opwarmen. We zijn met de bus geweest en die reed naar
rechts en naar links en naar voren. Heel
de tijd sneller.
Stien: Ik zag iemand in
de gang staan en ik vroeg me af wie dat was.
Ze kwam in mijn klas en toen zei ze: Ik ben Shirley.
Heel
de klas wilde weten wat podiumkunsten zijn.
Shirley zei dat is toneel leren spelen.
Wij gaan dat doen. Eerst moeten we onze stem opwarmen. En de tong.
Klajdi: Beste Shirley, het
was superleuk die toneeltjes van jou. Ik
wil ook zo goed zijn als jij. Ik wil
supergraag komen omdat je al die toneeltjes doet. En de bus!
De boze toneeltjes, de grappige toneeltjes.
Louise: We hebben een
lied geleerd van de wiebelbus. We
speelden toneel en dat was leuk. We
hebben ons opgewarmd. Het was een
superdag met juf Shirley van de podiumkunsten.
Suzanne: Juf Shirley is bij ons gekomen en het was
superleuk. We hebben toneel gespeeld en
we hebben in haar bus gezeten. Die ging
steeds sneller. We hebben ons opgewarmd.
Het was heel leuk. Ik ga zeker naar de
dictie. Echt super!
Manon: We moesten goed
articuleren. We deden podiumkunsten. We
speelden toneel. Dat is eigenlijk
dictie. In september kan je je inschrijven bij Shirley. Ze stond in de gang bij de radiator en dat
vonden we allemaal raar.
Xander: We hebben toneel
gespeeld. We hebben getraind. Ikzelf doe dat niet graag. Ik heb toneel
gespeeld met Justin en Joren. Juf
Shirley heeft een verhaal verteld over de bus met de dames en heren.
Jolina: We hebben moeten
doen als een giraf en we speelden toneel. Shirley was geweldig. We hebben ook
onze stem moeten opwarmen. En als
afscheid deden we iets raars. Ons hoofd ronddraaien en onze mond, we hadden
veel plezier.
Quinten: Shirley kwam op bezoek.
We mochten toneel spelen. Dat was
heel leuk. We zaten op de bus. Geen echte!
Het
was een wiebelbus en die ging naar links en naar rechts. En we warmden ons op. Toen was het
afgelopen. Ik heb dat dan thuis getoond
en zusje deed mee. Het was een heel
leuke dag en dan naar bed.
Bauke: We hebben met
Shirley op de wiebelbus gezeten. We
speelden toneel over twee mensen die
elkaar tegenkwamen in het park. Ze zaten
vroeger samen in het tweede leerjaar. We warmden onze tong en onze lippen en
onze kaken op bij Shirley.
Colin: We
waren aan het oefenen en we zaten op de bus van Shirley. We articuleerden goed en speelden toneel. Het
was grappig. De bus was een oude rammelbak.
(een klein podiumkunstje) We hebben plezier gemaakt.
Argishti:
Shirley en de andere kinderen waren er.
We deden podiumkunsten. Het was
leuk. We hebben de busdans gedaan. We
hebben ons opgewarmd en toneel gespeeld.
Het was leuk. Niet leuk dat ze
weg ging. We weten nu hoe je podiumkunsten doet.
Bloom: We hebben toneel
gespeeld en met haar bus gereden. We
hebben leren spreken voor op een podium.
We hebben haar de moeilijkste rekenoefeningen getoond. Ze zei ook nog:
ik mag je poep niet zien, maar ik vond het leuk.
Enisa: Juf Shirley kwam
bij ons in de klas. We moesten toneel
tonen aan de klas. Super! Ze vertelde een verhaaltje. Jammer, dan moest ze weg.
Mattèo: Shirley was leuk
want we hebben toneel gespeeld en opgewarmd.
We mochten voorbereiden en dan tonen.
We reden met de bus. Heel leuk en cool.
Ze had kaartjes bij met zinnen.
Dat speelden we. Ik mocht met Debian.
Debian: Shirley, ik kende
haar niet. Wij deden bewegingen. En dan mochten we toneel doen. Na de bus ging Shirley weg.
Maryam: Ik heb mijn mama verteld dat ze podiumkunsten kwam doen
in de klas. We hebben toneel leren
spelen.
Sam: Ik vond de tips
van Shirley leuk. Ik mocht uitproberen. Ik vind haar tof. Ik wil er nog meer over weten. Ik vond het zo interessant. Nog een jaartje en ik kom. Als ik mag van mama.
De leerlingen van het VISO kwamen ons een verhaal vertellen
Beide partijen voelden zich in het begin wat onwennig. Al vlug wenden we aan elkaar. Het werd een leuke activiteit! klik hier voor de foto's
Abonneren op:
Posts (Atom)